Zomer drosje

Op vrijdagavond 21 juli gaf onze voorzitter, Yvonne Walvisch-Stokvis, een derasja in de LJG Amsterdam.

Hier de door haar uitgesproken tekst:

Sjabbat sjalom,

Voor wie mij niet kent, ik ben Yvonne Walvisch-Stokvis, al vele jaren lid van deze gemeente en behalve partner van Jaap, moeder van onze heerlijke mannen, oma en bonus-oma van mooie kleinkinderen.

Naast mijn professionele werkzaamheden ben ik sinds enkele jaren voorzitter van het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom. In al die hoedanigheden spreek ik vanavond tot u maar niet in één van deze rollen in het bijzonder. En wat ik ga zeggen is niet een aanklacht naar wie dan ook, het zijn overpeinzingen en vragen die ik ook aan mijzelf stel.

Deze week lezen we Dewarim. Mosje spreekt heel Jisraëel toe. De tocht van 40 jaar door de woestijn zit erop. Een nieuwe fase moet worden ingegaan. Mosje spoort het volk aan om het huidige Israël binnen te trekken. Het is dus heel verleidelijk om het vanavond met u te hebben over de zorgen die ik heb over de situatie in Israël. Ook al kom ik er weinig en heb ik er geen familie; het gevoel van verbondenheid is groot. Mijn gevoel van veiligheid en van rechtvaardigheid wordt door de huidige omstandigheden aangetast omdat de democratische waarden op het spel staan en daarmee de al betrekkelijke steun in de westerse wereld voor Israël. Wat kan ik onder deze omstandigheden verwachten van een land dat ik beschouw als onze levensverzekering? Hoe moeten we ons herkennen in een land waar ik, als vrouw, straks niet op elke plek in de bus mag zitten? Ik zeg dit met verdriet in het hart.

Onze zorgen hebben we als Verbond samen met het College van Rabbijnen vorige week gedeeld met premier Nethanyahu, met de Israëlische ambassadeur Modi Ephraïm en met Knesset lid en progressieve rabbijn Gilad Kariv.

Het slot van de Engelstalige brief zal ik in het Nederlands voorlezen:

‘Bovenal vragen we u als premier van alle Israëli’s erop toe te zien dat ons Israël de pluriforme Joodse en democratische waarden, waarop we altijd trots waren, blijft eerbiedigen.

Wij hopen dat u onze zorgen serieus neemt en actie onderneemt om de fundamentele principes van gerechtigheid, (religieuze) pluriformiteit en democratie in Israël te behouden.’

De gehele tekst kunt u vinden op de website van het Verbond onder verbond.eu/zorgen-geuit en hopelijk ook snel op die van LJG Amsterdam.

Terug naar Mosje die het volk toespreekt:

‘Het volk dat inmiddels zo talrijk is als de sterren aan de hemel.’ Mosje kan niet meer alleen de verantwoordelijkheid dragen en deelt zijn leiderschap en maakt groepen van 1.000, 100, 50 en 10 man. Hij benoemt de rechters. Wat een visie!

Het volk wilde niet zomaar het land binnentrekken, maar eerst wat verkenners erop uit sturen. Van elk van de twaalf stammen ging er een verkenner mee. Men was op zoek naar zekerheid; naar zekerheid en veiligheid om deze reis te aanvaarden en het land binnen te gaan.

En daar wil ik het graag over hebben. We klagen er terecht over dat er geen rekening wordt gehouden met ons. We klagen geheel terecht over toenemend antisemitisme en discriminatie en ik maak me daar ook grote zorgen over. Het lijkt dat we steeds minder de berg over durven klimmen en ons zichtbaar tonen in de buitenwereld. Daar waar de grote sterke mannen en vrouwen rondlopen, die de verkenners inderdaad zagen in het Esjkoldal.

Ik zie weinig Joodse rolmodellen, geen burgemeester van een grote stad, geen presentator van een televisieprogramma, geen journalisten, weinig beroemde schrijvers, acteurs, politici etc. Daardoor worden we als Joodse leden van de samenleving steeds minder zichtbaar. En krijgt het vrije spel der social media-krachten alle ruimte. Hebben wij daarop wel een antwoord? Hoe vaak sturen we berichten naar de krant waarin we onze mening uiten en opkomen voor wat wij vinden vanuit Joods perspectief? Waar is de demonstratie tegen het antisemitisme aan de UvA?

Hebben we daar geen boodschap aan? Hebben we het te goed? Zijn we bang? Niet weerbaar genoeg?

Ik denk dat het belangrijk is dat we daarover het gesprek voeren. Elkaar bevragen wat we wel nodig hebben om ons veilig genoeg te weten om onze bezorgdheid buiten deze muren te tonen. Zelden zien we iets over onze inspiratiebronnen, onze kracht, de mooie waarde van tikoen olam. Recentelijk hadden we de serie van Coen Verbraak over Israël op TV. Ik vond het heel interessant, soms tenenkrommend. Maar we werden als Joden in onze pluriformiteit in beeld gebracht. Over hoe wij in de maatschappij staan gaat het nooit, tenzij als oorlogsslachtoffers. We doen het ook gemiddeld gezien in de maatschappij heel goed. Met alle stereotypering van dien.

Wat ik node mis is het leiderschap – liefst van wat 40-ers? – dat zorgt dat we het kunnen hebben over wat er gebeurt en we er ook adequaat op gaan reageren. Ik mis dat nu in het publiek debat.

Gelukkig is er een coördinator antisemitisme bestrijding.

Eddo Verdoner was hier een paar weken geleden op een avond. Ik denk dat hij echt zijn best doet om misstanden aan de kaak te stellen, maar daarmee is onze zichtbaarheid niet vergroot. Wie wordt er gebeld door Nieuwsuur als er iets is dat ons als Joden raakt? Iemand waarin u en ik zich herkennen?

Ik maak mij hierover oprecht zorgen en zou graag hier en nu het gesprek aangaan, ook al is dat niet de bedoeling van een droosje.

Want als we onze zichtbaarheid hebben besproken in de buitenwereld, dan is er nog onze religieuze toekomst.

Wie van u heeft ooit overwogen om rabbijn te worden?

Gelukkig hebben we één progressieve rabbijn in opleiding, Asjer Waterman. Maar binnen een klein decennium hebben we er in Nederland zeven nodig. ZEVEN.

Bent u zich dit bewust? Niet alleen bij de killes, maar ook bij de overheid, zoals justitie en defensie, en bij de GGZ en in de gezondheidszorg is werk voor rabbijnen van liberale signatuur. Waar halen we deze leiders vandaan?

Tot slot, heb ik ook lichtpunten op het gebied van toekomstig leiderschap voor u. Een paar weken geleden had ik het genoegen negen diploma’s te mogen tekenen voor jongeren die de Madrichiem opleiding hebben afgerond bij Netzer. Op die jongeren ben ik heel erg trots. Ik zie de jongerenwerkers geweldig goed bezig zijn.

Daar heb ik alle hoop op gericht. En ik wens van harte dat ook deze jongeren worden uitgenodigd een droosje te verzorgen. Geef ze alsjeblieft de ruimte om te participeren. De jeugd heeft de toekomst en zij verdienen al onze steun in het belang van onze continuïteit. Le dor va dor.

In de hoop dat het volk dat ‘inmiddels zo talrijk is als de sterren aan de hemel’ zal fonkelen, wens ik u sjabbat sjalom.