Sjabbat 1 april 2023/ 10 Niesan 5783, Sjabbat Hagadol, Tsav, Wajikra/Leviticus 6:1 – 8:36
Tanach blz. 205 – 212
Haftara: Maleachi 3:4 – 24
Tanach blz. 1233 – 1234
Vertaler: Frits Pront
Commentaar: Rabbijn Marisa Elana Kames is afgestudeerd aan het Reconstructionist Rabbinical College en werkt voor T’ruah: The Rabbinic Call for Human Rights.
Oorspronkelijke Engelse tekst: https://www.myjewishlearning.com/article/in-praise-of-public-guilt-offerings/
__________________________________________________
Pleidooi voor publieke ‘schuldoffers’
Omdat het vragen van vergeving een heilige daad is.
Tijdens mijn bezoek aan mijn neven om een naamgeving ceremonie te doen voor hun nieuwe dochtertje, was ik ongemerkt het systeem van het offeren zoals in Wajikra beschreven, aan het uitleggen aan haar grote broer, toen 5 jaar oud.
Wij waren in de huiskamer en omgeven door vrienden en familie en heel veel eten voor na de naamgeving ceremonie en hij luisterde gefascineerd (en een beetje giechelig) terwijl ik uitlegde dat duizenden jaar geleden wij de beste geit of het beste schaap uitgekozen hadden en naar de plaatselijke priester gebracht zouden hebben om aan te tonen dat wij dankbaar waren voor zijn nieuwe zusje.
Bij het lezen van de Sidra van deze week, Tsav, lijkt het erop dat de vele verschillende soorten dieroffers zoals beschreven weinig of niets van doen hebben met ons leven in de 21ste eeuw. De offergaven zoals beschreven in Tsav omvatten een priesterlijk zalfoffer, een offer voor reiniging van zonden, een hersteloffer, een dankoffer voor welzijn en een vrije wil offer.
Net zoals onze voorouders hebben wij een sterke impuls om dank te betuigen na de geboorte van een baby of na het overleven van een verschrikkelijk ongeluk. Velen van ons markeren verjaardagen of huwelijken met liefdadige giften – offers uit vrije wil. In synagoge gemeenschappen is het gebruikelijk dat de familie van een nieuwe baby of een familie die jaartijd heeft van een familielid, eten verzorgt voor een kiddoesj die na een dienst aangeboden wordt door de gemeente. Deze rituelen zijn een afspiegeling van de Tempeloffers waarover wij lezen in Wajikra, ten behoeve van de mensen die deze wetten gehoorzaamden omdat zij dezelfde behoeften hadden als wij: het zich gesterkt voelen door een gemeenschap, het niet ongemerkt laten passeren van de levensfases, het vieren in tijden van vreugde, het getroost worden op droevige momenten.
Wat valt er te zeggen over het “offer voor de reiniging van zonde” en het hersteloffer? Deze kunnen misschien vreemd of ongemakkelijk klinken in onze gemeenschappen van nu, waarbinnen wij vermijden om openlijk de keren te noemen wanneer wij iets deden wat niet in de haak was of iets waarvoor wij ons schamen. Ik probeer me in te beelden dat ik voedsel aan het brengen was voor een gemeenschapsmaal en het nieuws deelde dat ik een verschrikkelijke ruzie had gehad met mijn ouders en dat ik het gevoel had dat ik het gebod om je moeder en vader te eren had geschonden. Het voelt pijnlijk er alleen al over na te denken en ik kan mij niet voorstellen om zoiets te proberen.
Maar in de Joodse traditie is het vragen om vergeving een heilige handeling. De innerlijke strijd met de verleiding om iets te doen waarvan men weet dat het fout is en die strijd vervolgens te winnen wordt op hoge waarde geschat. En eens, vele jaren geleden, bestonden er rituelen die mensen hielpen hun worstelingen te delen met hun gemeenschap, wat mensen de kans gaf om iets goed te maken ten overstaan van iedereen. Het brengen van een geit of schaap en het zien verbranden tot as op het altaar zou wellicht tot grote tevredenheid hebben geleid voor degenen wier offers werden geaccepteerd en voor de vergiffenis die door de gemeenschap werd verleend.
Dit heb ik niet allemaal uitgelegd aan mijn 5-jarig neefje, maar later in de middag toen de speeltijd een beetje wild verliep, rende hij hard tegen mijn been aan waardoor ik viel. Hij sloeg zijn armen om mij heen en zei, “Solly! Heel erg solly!” Hij kuste mijn knie en maakte hem beter, waarbij hij een ander ritueel volgde dat al duizenden jaren overgeleverd is.
Wij hebben nog altijd behoefte aan onze momenten van verzoening; wij willen dat onze pogingen om dingen te regelen worden opgemerkt. Ik ben niet van plan de volgende keer, dat ik iemand om vergiffenis vraag, een geit mee te nemen om te worden geroosterd, maar ik heb van de oude teksten in Wajikra en van de zeer prille wijsheid van een 5-jarige geleerd dat het geven van liefde en echte wroeging niet minder heilig is.
